Thema Maat, oktober 2018
Van schoenen willen we graag dat ze passen, dat ze *lekker* zitten. Niet te strak maar ook niet te los: ze moeten wel te *genieten* zijn. Door te passen en meten komen we meestal tot een keuze. De juiste maat is de juiste begrenzing tussen te strak en te los. Zou dat ook gelden voor meer abstracte zaken zoals ‘moed’, ‘verstandigheid’ of misschien zelfs ‘genieten’? In die laatste zin is matigheid een deugd, dat wil zeggen een uitmuntendheid: zij is de richel, zou Aristoteles zeggen, tussen de twee tegenover elkaar gelegen afgronden mateloosheid en ongevoeligheid, tussen de droefheid van de losbol en die van de zwartkijker, tussen de oververzadiging van de vreetzak en die van de anorexiapatient. Wat een ellende als je lichaam je de baas is! Wat een geluk als je ervan kunt genieten en het aan je wil kunt onderwerpen!
Maat, of matigheid, lijkt in ieder geval met je lichaam te maken hebben. Geniet, maar met mate. Matigheid is de matiging waardoor we onze genoegens de baas blijven in plaats van er slaaf van te zijn. Het is een vrij genieten, dat juist daardoor genotvoller is doordat je daarbij ook van je eigen vrijheid geniet. Wat is roken heerlijk als je het ook kunt laten! Wat is drinken heerlijk als je niet gevangene van de alcohol bent! De mateloze is een slaaf die des te onderworpener is doordat hij zijn meester overal met zich meedraagt. Gevangene van zijn lichaam, gevangene van zijn begeerten of van zijn gewoontes, gevangene van de kracht of juist zwakte daarvan. En zo raakt maat/matigheid naast (lichamelijk) genieten ook nog eens de vrijheid aan.
Hoe denkt u over maat? Is de juiste maat een kwestie van willen? En hoe zit het dan met discipline? Wanneer heeft matigheid met vrijheid te maken?
Kom naar Socratisch Café Culemborg in september en start het seizoen met een socratische dialoog over Maat.