Thema vertrouwen, juni 2019
De meest gangbare definities van vertrouwen omvatten doorgaans de volgende elementen:
je bent bereid afhankelijk te zijn van de daden van een ander persoon of groep.
je gelooft dat een ander eerlijk is of dat iets goed zal gaan.
je verwacht dat een ander zal handelen op een manier die jouzelf niet benadeelt of dat je door het handelen van een ander niet een nadelige situatie zal belanden.
Je bent bereid… je gelooft… je verwacht… Of het allemaal goed voor je zal uitpakken is niet zeker, maar ‘vertrouwen’ lijkt een soort ‘weten’ te zijn; een kennis over de toekomst. Maar wat kan je weten over de toekomst?
Of is vertrouwen meer een houding die handiger is dan het tegenovergestelde? Een optimist heeft geluk, een pessimist gelijk. Met gelijk willen hebben kom je vaak niet ver, geluk lijkt verder te reiken; het gelijk van vandaag is morgen oud ijzer. Vertrouwen lijkt dus ook wel met geluk te maken hebben: kan je kiezen voor geluk? Kan je ervoor kiezen om een optimist of pessimist te zijn?
En wat zegt dat alles over zelfvertrouwen? Is zelfvertrouwen geloven in geluk? Wanneer je weinig zelfvertrouwen hebt, heb je dan ook weinig geluk?
Vertrouwen; wat is dat eigenlijk?